Persbericht / artikel uit Whiskypassion - verschenen in oktober 2006

Klik hier voor een fotoimpressie van de proefmiddag (foto's Aleid van Kooten)

De Whiskypassion is verkrijgbaar in Whiskycafé L&B

-----------------------------------------------------------------------------------------------------

Hoe standaard is een standaardbotteling?

De meeste distilleerderijen maken een standaardbotteling. Vaak is dat een whisky die 10 of 12 jaar oud op de fles vermeld heeft staan en waar het distilleerderijkarakter goed in naar voren komt. Bijna altijd is het ook de meest verkochte whisky van dat bepaalde merk. Hoog tijd om eens een aantal van deze bottelingen voor te zetten aan ons onvolprezen proefpanel.

Tekst:    Jan beek
Locatie:  Whiskycafé L&B - Korte Leidsedwarsstraat 82 - Amsterdam
 

Als er 10 jaar gerijpt op de fles vermeld staat wil dat niet zeggen dat alle whisky in die fles ook 10 jaar op een vat gelegen heeft. Dergelijke bottelingen bestaan uit verschillende whisky’s die diverse leeftijden hebben. Er kan zomaar een whisky in zitten die langer dan 25 jaar gerijpt heeft. Eigenlijk is het een blend van heel veel verschillende vaten whisky van die ene distilleerderij om zo een standaardsmaak te bereiken. Elke fles moet tenslotte overal ter wereld hetzelfde smaken. Het wordt een single malt genoemd omdat elke druppel whisky in die fles uit een en dezelfde distilleerderij komt. De leeftijdsaanduiding van 10 of 12 jaar slaat op de jongste whisky die de fles bevat. Overigens zal de meeste whisky in die single malt van die leeftijd zijn. Oudere whisky’s worden toegevoegd om de standaardsmaak te vervolmaken. In sommige van deze bottelingen kunnen zelfs verschillende vattypes gebruikt worden: bourbon- en sherryvaten worden vaak door elkaar gebruikt om de standaardsmaak te verkrijgen die de distilleerderij wil bereiken. Eigenlijk kun je stellen dat een dergelijke fles het visitekaartje van de distilleerderij is. 

We hebben weer tien mensen bereid gevonden om deel te nemen aan ons proefpanel. Kenners, liefhebbers en beginnende drinkers ontmoeten elkaar bij whiskycafé L&B in Amsterdam. Whisky proeven in een omgeving waar meer dan 760 flessen whisky staan, is niet echt een lastige klus. Léon Elshoff is hard op weg om ‘the whisky place to be’ te worden in Nederland. Wat een keus aan whisky! Echt overal waar je kijkt, staan flessen whisky. Elk hoekje en gaatje is gevuld. Als hij zijn verzameling nog meer uit wil gaan breiden moet hij echt gaan stapelen of alleen nog maar miniaturen inkopen.

De proevers hadden hier een uitstekende ambiance gevonden om whisky te proeven, Noor Ronz, Wesley Wesseling, Bart van Velzel, Frank Wouters Wijs, Andries Visser, Martijn Jonker, Aleid van Kooten, Gerard Pol, Robin Brilleman en Léon Elshoff proefden de zeven standaardbottelingen. Er werd blind geproefd in een volkomen willekeurige volgorde.

Spectaculair?

De eerste is de Cragganmore 12 jaar. Vlak bij de plaats Aberlour in de Speyside staat sinds 1869 de Cragganmore-distilleerderij. Er zijn niet veel verschillende bottelingen van deze whisky op de markt, de 12-jarige, een 10 jaar oude cask strenght, de distillers edition en een 29-jarige. Al jaren komt men de Cragganmore tegen in de Classic Malt Collection. Tijd voor een oordeel door ons proefpanel. De kleur is koper. In de neus heeft hij: bloemen, mout, licht kruidig, iets hooi.

Smaak: drop, rood fruit, moutig, bittertje, kruiden, iets zurigs.

Finish: middellang. Wat opvalt is dat de nasmaak wegtrekt naar bitter, het hout overheerst iets.

De conclusie van het panel is dat de geur mooier is dan de smaak, de whisky lijkt jong en is moutig. Water toevoegen kan men beter niet doen, dan valt hij vrij snel weg. De meningen waren vrij eensluidend, de beginners en de kenners waren het erover eens, goede whisky, dat wel, maar toch was er net te weinig spectaculairs in te ontdekken.

Fietsbanden?

Tijd voor nummer twee, Glengoyne 10 jaar. De zuidelijkste distilleerderij van de Highlands. Deze kleine distilleerderij ligt een stukje boven Glasgow, vlak bij het plaatsje Blanefield. In 1833 werd deze distilleerderij geopend onder de naam Burnfoot. Na 127 jaar in handen geweest te zijn van de Lang Brothers familie is de distilleerderij sinds 2003 in handen van Ian MacLeod. In de winkel vindt u de 10, de 12, de 17 en de 21 jaar oude malts. Af en toe komen er ook speciale bottelingen uit met een jaartal. Tijdens de millenniumwisseling was er een speciale botteling te koop waarbij de fles in een klok stond.

De kleur van de Glengoyne is goud. De neus heeft karamel, oud fruit, rubber, licht rook, hoppig. De smaak is wat moeilijker te omschrijven volgens het panel, iets rook, kruidig bittertje, iets van een geschroeid hout, iets zwaveligs, heide. De finish is middellang. Alcoholisch, iets vlak, er komt weer iets terug van rubber, vol in de mond.

De conclusie is vrij eensluidend. Die typische rubbergeur is vrij duidelijk. De een noemt het de binnenband van een fiets, de ander zwavelig. De Glengoyne heeft hierdoor wel een geheel eigen karakter.

Rokerig

De derde whisky is de Knockando 12 jaar. In 1898 bouwde John Tyler Thompson vlak bij de plaats Upper Knockando, aan de oevers van de Spey, de distilleerderij. De reden dat John een distilleerderij wilde bouwen was dat hij een whiskywinkel had in Elgin en van mening was dat zelf whisky maken voor zijn winkel goedkoper zou zijn dan elders whisky inkopen. In 1900 moest hij Knockando alweer sluiten, een succes was het toen dus niet echt. In 1903 is de

distilleerderij verkocht en momenteel maken ze 2 miljoen liter per jaar en tachtig procent van die whisky gaat in blends, voornamelijk de J&B-blend. De rest komt als single malt op de markt, de 12-jarige, de 18-jarige en bottelingen met verschillende jaartallen.

Testen! Vol verwachting pakt het panel het derde glas aan. De kleur is lichtgoud. Amandelen, roept iemand enthousiast. Inderdaad, noten, amandelen, heide, bitterkoekjes, fruit, bloemig, citrus, kruidig. Een goede neus, daar is men het over eens. Dan de smaak, zou die net zo gemakkelijk te benoemen zijn? Geparfumeerd, bloemig, bittertje, lichte smaak, heftig op de tong, sherry, chocolade. Iets lastiger te benoemen dan de geur. De finish is middellang. Heeft duidelijk weer die noten, is een tikje droog, heeft iets frissigs, volgens sommige proevers heeft hij ook iets rokerigs in de afdronk, bijna iets ziltigs.

De conclusie is dat dit een goede whisky is. Lekker, niet te moeilijk en volgens een van de dames mooi vol van smaak. 

Drop

De volgende, vierde, whisky is een heel bekende. Glenfiddich 12 jaar. Al 120 jaar een familiebedrijf. William Grant heeft in dat jaar zijn eerste distilleerderij geopend in Dufftown, bij de rivier de Fiddich, midden in de Speyside. Inmiddels staat de vijfde generatie aan het roer en produceren ze 10 miljoen liter per jaar. Negentig procent hiervan is single malt. Glenfiddich is dan ook de meest verkochte whisky ter wereld. De bekendste is de 12-jarige maar er zijn ook andere zoals de 12 jaar Caoran, de 15 jaar Solera, de 21 jaar Gran Reserve en de 30 jaar oude. Onder liefhebbers is de malt niet zo populair, maar is dat ook terecht? Kleur: goud. De neus heeft fruit, iets mandarijn, duidelijk meloen, was, bloemen, volgens iemand zelfs iets van kaarsvet en is zacht. De smaak is fruitig, mandarijn, zoet, boterig, citrus, zomers, zacht, lieflijk. De finish is middellang en heeft weer fruit en zwakt langzaam af naar citrus. Hoewel iemand ook drop in de finish herkent.

De conclusie is dat de Glenfiddich een zachte makkelijke whisky is, die overal bij gedronken kan worden. Enkele proevers vinden het een vrouwelijke whisky. Anderen vinden het vooral een beginnerswhisky. Hoewel ze direct hierbij vermelden dat dit zeker geen diskwalificatie is. 

Geen sinecure

Na vier whisky’s is al duidelijk dat het herkennen van deze whisky’s geen sinecure is. Niemand van de aanwezigen komt met een distilleerderij die er in de verste verte ook maar op lijkt. Blind proeven blijkt moeilijker te zijn dan menigeen dacht. De opmerking van Léon dat ze toch echt allemaal op zijn lijst staat bij L&B maakt het ook al niet simpeler. De lijst die aan de muur hangt is namelijk respectabel lang. Léon vertelt dat de klanten die langzaam binnen komen druppelen niet opkijken van de proeverij, hij doet er namelijk vrij veel door het jaar heen. 

We gaan door, de vijfde is de Glenfarclas 10 jaar. Ook weer een familiebedrijf en ook weer de familie Grant. Geen familie van de vorige Grants. In 1844 opgericht heeft John Grant deze distilleerderij in 1865 gekocht. Inmiddels is met George Grant alweer de zesde generatie bereikt. Glenfarclas is een vrij grote distilleerderij en ligt in de Speyside vlak bij Ballindaloch. Zij onderscheiden zich door veel van hun whisky te laten rijpen in heel goede gebruikte sherryvaten. Deze vaten bepalen mede het goede karakter van hun whisky. Glenfarclas is in vele bottelingen te koop: 8 jaar, 10, 12, 15, 17, 21, 25 en 30 jaar oud. De 40-jarige is heel bijzonder en er zijn ook Glenfarclas-bottelingen te koop uit een enkel vat, herkenbaar aan het jaartal. Over de 10 jaar oude zegt het panel het volgende: de kleur is koper. De neus is friszuur, citrus, creamsherry, noten, iets rubber, karamel, iets sinaasappel, cointreau, vanille. De smaak bevalt de aanwezigen ook wel: kersen, bittertje, sherry, kruiden, mooi zoet, leer, noten en erg fijn. De finish is middellang, bittere sherry zoet en dik, iets hout, erg vol en prettig. De conclusie is snel getrokken, vooral de beginnende liefhebbers zijn eensluidend, erg lekker en veel smaak. Iemand meldde dat hij uitstekend zou samengaan met Stilton-kaas.

Onbekend

De volgende is een relatief onbekende, de Benromach Traditional. Deze distilleerderij bevindt zich aan de rand van de Speyside vlak bij Forres. Geopend in 1898 kende Benromach een roerige geschiedenis. Naamsveranderingen, sluitingen, waarvan de laatste in 1983. We moesten wachten tot 1998 toen er weer spirit uit de nieuw ingerichte distilleerderij kwam. In 1992 heeft de bekende onafhankelijke bottelaar Gordon & McPhail Benromach gekocht en volledig nieuw ingericht. De Traditional is de eerste whisky die toen gemaakt is, dus bijna 8 jaar oud. Prins Charles heeft de distilleerderij in 1998 feestelijk heropend. Ook de oude voorraden zijn overgenomen dus er zijn inmiddels al aardig wat oude Benromachs op de markt: 21, 22 en 25 jaar, 1980, 1974, 1973, 1968 en 1949. Die laatste is op dit moment een van de duurste whisky’s die in Nederland te koop is. Rond de 5.500 euro per fles. Daar krijgt u wel een mooi koperen blik bij, handgemaakt van hetzelfde koper als waar stills van gemaakt worden!

De kleur van de Benromach is goud. De neus heeft iets stoffigs, fris, phenolen, hooi, kruidig, rook. De smaak is anders: pepertje, abrikozenmarmelade, zoute drop, teerachtig, rokerig, en de finish is vrij lang. In die nasmaak blijft laurierdrop lang hangen. De conclusie is een duidelijke tweedeling tussen de beginners en de gevorderden. De beginners vinden het hoestdrank, straf, tot schuttingbeits toe, en een moeilijke whisky, terwijl de kenners er zeer gecharmeerd van zijn, prettig, en erg lekker. Deze Benromach gooide bij de kenners erg hoge ogen.

Noordelijk

De laatste, Dalmore 12 jaar. De meest noordelijke van deze whiskytest. De destilleerderij is gebouwd in 1839 vlak bij Alness. In de geschiedenis zit een zeer explosieve periode want tijdens de Eerste Wereldoorlog was Dalmore een landmijnenfabriek van het Engelse leger. Jarenlang is Dalmore een echt familiebedrijf geweest tot Whyte and Mackay in 1960 de distilleerderij kocht. Slechts twee procent van de totale productie van 3 miljoen liter komt op de markt als single malt. Veel Dalmore gaat in de diverse Johnnie Walker-blends. De distilleerderij brengt een 12-jarige, een 21-jarige, een 1973 en een cigar malt op de markt. Verder kom je Dalmore regelmatig tegen in onafhankelijke bottelingen. De 12-jarige heeft een koperkleur, de neus geeft rozijnen, zoetjes, fruitig, iets hout, mandarijnen, iets sherry. De smaak is droogbitter, bessen, mandarijnenjam, vettig, citrus, zoetig. De finish is middellang, zwarte bessen. Het bittere blijft hangen als sinaasappelschil. Dalmore is ook weer een whisky waar de meningen over verdeeld zijn. Een van de deelnemers herkende hem, een andere die Dalmore zeker niet slecht vindt, beoordeelde hem als niet best.

Ongeloof en verrassingen

Na het tellen van de stemmen werden de flessen neergezet. Verrassing, verbazing en zelfs ongeloof klonken door café L&B. Nog even voor alle duidelijkheid, geen van de deelnemers was op de hoogte welke whisky’s er geproefd en beoordeeld zouden worden. Zelfs de grootste kenners moesten toegeven dat echt blind proeven niet makkelijk is en je er mijlenver naast kunt zitten als je denkt aan een bepaalde distilleerderij.

De eindbeoordeling gaf een duidelijk beeld. Verreweg de meeste deelnemers beoordeelden Glenfarclas 10 jaar als de beste, Knockando 12 jaar werd afgetekend als tweede en Dalmore 12 jaar werd op het nippertje derde.

 -------------------- EINDE------------------------------